.

Openbaar-vervoerbeleid

pretest

Werkveld(en) verkeer en vervoer
OpdrachtgeverMin. VenW, DG Personenvervoer


vervolg



. Terug naar overzicht voorbeelden

Meer informatie:

Doel van het onderzoek

        
Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat ontplooit een aantal communicatie-activiteiten met als doel het informeren van geïnteresseerde Nederlanders over de hoofdlijnen van het openbaar-vervoerbeleid. Daarnaast moeten de activiteiten ertoe bijdragen dat men het openbaar vervoer meer als een alternatief voor de auto gaat zien (vooral in stedelijk gebied).
Getest zijn een brochure "Voorrang voor reizen met chauffeur", waarvan de eerste druk verschenen is in juni 1997 en een advertenties in dag- en nieuwsbladen.

De pretest moest inzicht opleveren in de begrijpelijkheid en effectiviteit van advertentie en brochure en in de mate waarin zij bijdragen aan de gewenste effecten.


Onderzoeksvragen en beknopte antwoorden

        

Onderzoeksvragen en conclusies voor de advertentie:

  1. Zijn respondenten geneigd de advertentie te gaan lezen?

    Ja. Twaalf respondenten zeggen desgevraagd de advertentie te zullen lezen, vijf niet, de overige drie twijfelen of zeggen een deel te zullen lezen.

  2. Zijn de respondenten na het lezen van de advertentie van mening dat het openbaar vervoer verbeterd is? Welke verbeteringen vinden zij het meest van belang?

    Ongeveer de helft van de respondenten vindt het openbaar vervoer verbeterd of verwacht binnenkort verbeteringen. Voorbeelden uit de advertentie worden weinig genoemd als belangrijke verbeteringen.

  3. Weten de respondenten na het lezen van de advertentie dat overheden en vervoerders actief samenwerken bij het verbeteren van het openbaar vervoer?

    Niet direct, maar na enig nadenken wel.

  4. Hebben de respondenten na het lezen van de advertentie de intentie de brochure of een persoonlijk reisadvies aan te vragen of een andere actie te ondernemen?

    Nee, maar dat ligt ook aan het huidige openbaar-vervoergebruik van de respondentgroep.

  5. Wat is het oordeel van de respondenten over de tekst van de advertentie?

    Duidelijk en interessant, de kop maakt nieuwsgierig.

  6. Wat is het oordeel van de respondenten over de vormgeving van de advertentie?

    De advertentie nodigt uit tot lezen, maar wordt ook kleurloos en onoverzichtelijk genoemd.

De onderzoeksvragen en conclusies ten aanzien van de brochure:

  1. Geeft de brochure antwoord op de vragen die er bij de respondenten leven?

    Ja en nee: de respondenten hebben niet veel vragen over openbaar-vervoerbeleid. Maar na het lezen van de brochure blijken er niet veel onbeantwoorde vragen over te zijn gebleven.

  2. Geeft de brochure aan de respondenten een goed beeld van de hoofdlijnen van het openbaar-vervoerbeleid?

    Nee. Hier is letterlijk naar gevraagd, en hoewel alle respondenten wel iets kunnen noemen dat in de brochure wordt behandeld, blijkt uit de diversiteit van de gegeven antwoorden dat er bij de meeste respondenten geen goed beeld van de hoofdlijnen is blijven hangen.

  3. Hebben de respondenten na het lezen een goed beeld van de rol van het ministerie en komt deze rol overeen met hun verwachtingen?

    De respondenten zeggen zelf een goed beeld te hebben en oordelen positief over de rol van het ministerie. Opvallend is wel dat ze moeite hebben om concrete taken en activiteiten van het ministerie te noemen.

  4. Wat is de houding van de respondenten ten opzichte van de geboden informatie?

    De respondenten staan positief ten opzichte van de geboden informatie.

  5. Biedt de brochure aan de respondenten voldoende, te weinig of juist teveel informatie? Is er daarbij verschil tussen de verschillende onderwerpen?

    De brochure biedt over de meeste onderwerpen (te)veel informatie. Uit de antwoorden van de respondenten blijkt niet dat ze een onderwerp als geheel overbodig vinden. De passages over de tarieven behoeven uitleg.

  6. Wat is het oordeel van de respondenten over leesbaarheid en begrijpelijkheid van de brochure en onderdelen ervan?

    De respondenten zijn zeer positief over de leesbaarheid en de begrijpelijkheid van de brochure.

  7. Bevat de brochure voor respondenten veel nieuwe informatie?

    De brochure bevat redelijk veel nieuwe informatie. Concrete verbeteringen vinden de respondenten daarbij het belangrijkste.

  8. Wat is het oordeel van de respondenten over illustraties en vormgeving?

    De respondenten oordelen positief over de illustraties en de vormgeving.

  9. Wat is het oordeel van de respondenten over de voorbeelden die in de brochure staan beschreven?

    De respondenten merken weinig op over de voorbeelden. Waarschijnlijk heeft dat ook te maken met de leesbaarheid van de gekleurde pagina's.


Onderzoeksopzet

        

Een deel van de respondenten is thuis bezocht, de overige respondenten zijn op een locatie in Rotterdam geïnterviewd.
De respondenten kregen de teksten ter plekke te lezen. Bij het lezen van de brochure is gevraagd plus- en min-tekens te zetten bij passages die zij als duidelijk of juist onduidelijk beoordeelden, of passages waar zij het erg mee eens waren of mee oneens of passages die hen aanspraken of juist niet.
Van elk vraaggesprek is een verslag gemaakt.
De vraaggesprekken duurden gemiddeld anderhalf uur.


Steekproefverantwoording

        

De groep respondenten bestond uit 20 personen, 10 mannen en 10 vrouwen, allen uit de regio Rotterdam of omgeving. Er zaten zowel frequente gebruikers van het openbaar vervoer in de groep als mensen die nauwelijks van het openbaar vervoer gebruik maakten.


Aanbevelingen

        

Op basis van de resultaten van de pretest zijn aanbevelingen geformuleerd, verdeeld in vier categorieën:
  • communicatie over openbaar vervoer
  • over de advertentie algemeen en per onderdeel
  • over de brochure algemeen
  • per onderdeel van de brochure. Bij deze categorie zijn ook de detail-opmerkingen van de respondenten opgenomen (met name naar aanleiding van de plussen en minnen).

        

vervolg

vervolg