. Werkwijze verkennend belevingswaardenonderzoek

Essentieel is dat bewoners en andere belanghebbenden hun eigen waarnemingen en waarderingen kunnen inbrengen. Daarom wordt gewerkt met half-gestructureerde diepte-interviews. Er zijn geen vaste vragen, maar gespreksthema's. Een globale indeling is:

  • beleving van de huidige omgeving (bijvoorbeeld vragen als: komt u vaak in het gebied, wat doet u in het gebied, waarom juist daar, etc);
  • beleving van veranderingen die al hebben plaatsgevonden;
  • beleving van de problematiek die aanleiding is voor de ingreep (bijvoorbeeld: merkt u iets van...? Wat vindt u daarvan? Aan wat voor oplossingen denkt u?);
  • beleving van de ingreep, eventueel van verschillende alternatieven (hiervoor moet de geïnterviewde informatie hebben of krijgen over de ingreep. Er wordt vooral gevraagd naar gevolgen van de ingreep voor de geïnterviewde, er wordt niet gevraagd een rangorde aan te geven tussen alternatieven. De informatievoorziening over de ingreep is een belangrijk aandachtspunt);
  • aandachtspunten bij inrichting of vormgeving van de ingreep.

Afhankelijk van gebied en problematiek kunnen één of meer van bovenstaande thema's meer of minder nadruk krijgen.

vervolg









.

Een verkennend belevingswaardenonderzoek kent globaal de volgende stappen:

  1. Samenstelling lijst gespreksthema's (in overleg met de opdrachtgever).
  2. Samenstelling onderzoeksgroep. Hierbij kan het gaan om bewoners van een gebied, personen met een bedrijf in het gebied, verschillende typen recreanten (bijvoorbeeld ruiters, fietsers, vissers), natuurliefhebbers etc). Diversiteit is bij het verkennend onderzoek belangrijker dan -statistische- representativiteit. Van belang is verder dat het gaat om 'gewone' bewoners en gebruikers, niet op vertegenwoordigers van organisaties die al lange tijd in het overlegcircuit meedraaien.
  3. Werving van respondenten. Hiervoor zijn verschillende methoden mogelijk, bijvoorbeeld telefonisch, via straatinterviews, intermediairen of een sneeuwbalmethode.
  4. Interviews. Hiervoor zijn ervaren en getrainde interviewers nodig. Van belang is een goede verslaglegging, liefst zo letterlijk mogelijk.
  5. Analyse van de resultaten. Pas in deze fase wordt een analysekader met belevingswaarden en beoordelingsaspecten opgesteld.
  6. Rapportage.

De omvang van de steekproef is afhankelijk van de omvang van het gebied, de aard van de ingreep en praktische overwegingen. In de praktijk ligt de steekproefgrootte meestal tussen 20 en 70 personen. De doorlooptijd van een verkennend belevingswaardenonderzoek is 2 tot 6 maanden.

vervolg


vervolg

Werkwijze toetsend belevingswaardenonderzoek

Toetsend belevingswaardenonderzoek is een kwantitatief onderzoek onder een representatieve steekproef van betrokkenen. In de vraagstelling worden de belevingswaarden en beoordelingsaspecten uit het verkennend onderzoek getoetst.
De respondenten geven aan of zij de gevonden waarden herkennen en delen, en geven een rangorde aan de waarden. Daarnaast kan naar enkele andere onderwerpen met betrekking tot de ingreep of het proces worden gevraagd.
Of het mogelijk is een oordeel te vragen over de gevolgen van de ingreep of alternatieven voor de leefomgeving is afhankelijk van de vraag of hierover goede, beknopte en heldere informatie beschikbaar is.

Toetsend onderzoek wordt in de meeste gevallen uitgevoerd met behulp van een schriftelijke enquête. Soms worden andere methodes toegepast, zoals mondelinge interviews om dagrecreanten te benaderen.

De omvang van de steekproef is afhankelijk van de omvang van het onderzoeksgebied en vooral van de diversiteit van de te onderzoeken groepen.

vervolg

vervolg





---